De stropdas van Gommers

“Bij een bezoek aan de Koninklijke Industrieele Groote Club behoort men bepaalde kledingvoorschriften in acht te nemen: Tenue de Ville. Voor de heren is dit beter bekend als het jasje-dasje. “

Op woensdag 25 maart deed de KNSM Sociëteit als jongste ‘club’ mee aan de jaarlijkse Geschiedenis Quiz, georganiseerd door de Industrieele Groote Club op de Dam. Voor het eerst waren daarvoor alle sociëteiten van Amsterdam uitgenodigd. De kleine maar ambitieuze delegatie van de Eilanden moest het opnemen tegen de zorgvuldig samengestelde teams van professoren, stadshistorici en andere deskundigen van De Kring, Arti et Amicitiae en de Industrieele Groote Club zelf, die nog niet zo lang geleden het predicaat ‘Koninklijke’ kreeg toebedeeld.

We werden als heren van stand ontvangen en als dark horse geïntroduceerd. Er stond veel op het spel: onze reputatie, en die van de nog relatief onbeschaafde Eilanden. Ons streven: niet als laatste eindigen. In een hoog tempo braken wij ons hoofd over graven van bekende Nederlanders, Amsterdamse gebouwen in opbouw of afbraak en van wie die dikke pens was met een tatoeage van Willy Alberti en Johnny Jordaan erop.

Al snel bleek dat je met een gedegen kennis van filosofie, poëzie, opiniërende essayistiek en de abstracte wetenschappen niet ver komt in de wereld der realia. Hier draait het om feiten. Maar wij hebben inderdaad een donker paard in ons midden, zo ontdekken we. Terwijl de andere teamleden hun gezicht in een intelligente plooi trekken (maar geen idee hebben op wie of wat de vraag betrekking heeft) produceert ons donkere paard het ene na het andere juiste antwoord.

We eindigen de eerste ronde, tot onze verbazing, op een gedeelde tweede plaats en vrezen te gaan winnen want ook de tweede ronde lijkt goed te gaan. We bereiden alvast een dankwoord voor: dat we niet van plan waren deze eerste editie meteen te winnen, maar dat zoiets, nou ja, ook afhankelijk is van het niveau van de andere teams… Zo ver komt het gelukkig niet. We laten in onze euforie punten liggen, herkennen bijvoorbeeld de uitvaartboot van Harry Mulisch niet omdat we er priesters op menen te ontwaren. We eindigen op een gedeelde vierde plaats – niet slecht – en laten daarmee 12 teams van geschoolde arbeiders achter ons. De Kring wint. Hulde!

Uiteraard maken we van de gelegenheid gebruik om kennis te maken met de zeer hartelijke bestuursleden en afgezanten van de andere Amsterdamse sociëteiten. En een plan ontstaat: om tijdens Sail (aanstaande augustus) iets moois te organiseren aan de oever van het IJ, waarbij ook zij welkom zijn. Leden die mee willen nadenken over de mogelijkheden tijdens Sail: meld je aan.

Een vraag die ons regelmatig wordt gesteld: of wij voortkomen uit de Koninklijke Nederlandsche Stoomboot Maatschappij. Antwoord: nee, maar de geest van het ruime sop en de verre einders is wel vaardig over ons.

Jerome Gommers