In een uitverkochte Kompaszaal aan het IJ kwamen op 16 april meer dan 100 vitrofielen bijeen om zich te laten inspireren door het Wonder van Glas. Een magische avond moest het worden en dat werd het ook, met maar liefst 4 sprekers uit de glaswereld en een betoverende entr’acte van glasgitarist Wiek Hijmans en glasjongleur Wouter Hesseling.
Intussen draaiden er filmpjes, waren er gedichten te lezen op de pilaren van de Kompaszaal en prijkten in een grote vitrinekast allerlei specimina van natuurglas, waaronder een brok Libisch woestijnglas, gevormd door een meteorietinslag. Doel van de avond was om de gasten een ‘totaalervaring’ te bereiden en om de ‘glaswaan’, een 19de-eeuwse nerveuze aandoening waarbij de patiënt denkt van glas te zijn en in scherven te kunnen vallen, in ere te herstellen. Om dat te bereiken bestond zelfs het menu uit glasachtige of aan glas verwante gerechten.
Duizend glasbommen en fulgurieten
Natuurglasdeskundige Hans de Kruyk vertelde over de vele manieren waarop glas in de natuur kan ontstaan. Meteorietinslagen, blikseminslagen en vulkaanerupties kunnen van zand glas maken: glasbommen, tektieten, fulgurieten en andere vormen van natuurglas passeerden de revue en ook voor de glaskenners in de zaal was er veel nieuws te horen. Natuurglas was al in zeer vroege (prehistorische) tijden een geliefd materiaal, bijvoorbeeld om speerpunten van te maken. In de tijd van de farao’s werden er van Libisch woestijnglas scarabeeën gesneden en de Spanjaarden waren zeer beducht voor de met natuurglas bezette knuppels van de Azteken, die met één slag ledematen konden afhakken. Ook een mooie wetenswaardigheid: bij de eerste atoomproef in de woestijn van New Mexico, op 16 juli 1945, veranderde het aardoppervlak in een straal van een paar kilometer rond de atoomexplosie tot enkele centimeters diep in glas.
Glas is zacht
Met die opwekkende inzichten begonnen de gasten te luisteren naar glaskunstenaar Bibi Smit. Zij bekleedt een vrij unieke positie in de glaswereld: ze bedenkt en ontwerpt niet alleen glasobjecten, maar blaast ze ook zelf. Dat brengt een bijzondere dynamiek met zich mee. In haar eigen woorden: “Eén ding is gewoon onmogelijk: rustig nadenken, want heet glas kan niet wachten. Behalve fysiek inspannend is het ook geestelijk enerverend. Je moet intuïtief reageren, in het vuur van het moment…” Voor ons gebruikers is glas hard, voor haar is glas zacht. Ze liet zien wat ze, in het vuur van die vele momenten, uit het zachte glas maakte: objecten die lijken op stromend water en ijs, vazen waar een storm doorheen is getrokken, glazen die in beweging lijken te zijn. Natuurlijke structuren zoals watervallen en patronen in landschappen vormen vaak haar inspiratiebronnen, maar ze liet ook een ontroerende reeks glazen huisjes op stelten zien. Een speciaal element in haar ontwerpen is het glasdraad waarmee ze objecten omwikkelt en dat een indruk van textiel geeft.
Een vormvinder ging uit zoeken
Een van de eerste opmerkingen die glaskunstenaar Arnout Visser maakte toen hij het podium betrad was dat hij net als Bibi graag had kunnen glasblazen. Hij werkt altijd met een glasblaasteam om zijn ontwerpen te realiseren. Als een geboren stand up-comedian hield hij, bijgestaan door assistent Bart van Dommelen, een bevlogen verhaal over zijn werkwijze en objecten, waaronder de beroemde Salad Sunrise, een olie- en azijnstelletje in één, waarin de olie op de azijn drijft. Hij noemt zich geen ‘vormgever’, maar ‘vormvinder’. Al experimenterend en om zich heen kijkend komt hij tot nieuwe ontwerpen, zoals de Lenzenlamp, gemaakt van afgedankte brillenglazen die hij tijdens een project in Afrika tegenkwam. Zijn kleurige Liquid Light, een tafellamp getrokken uit een enkele grote glasbel, wekte de begeerte van vele gasten. Voor Visser zijn de mogelijkheden van glas onuitputtelijk. Hij maakt er bakstenen van, regenmachines, luisterinstallaties, maar ook huis-, tuin- en keukenvoorwerpen – altijd met een twist, de twist van iemand voor wie maken een vorm van spelen is.
Museum met eigen lab
Het Nationaal Glasmuseum Leerdam, dat de Glasavond op de sociëteit mede mogelijk heeft gemaakt, werd vertegenwoordigd door directeur Arend-Jan Weijsters. Het Glasmuseum beheert niet alleen de nationale glascollectie, met werk van onder meer Andries Copier, maar stimuleert met zijn Glaslab en Glasblazerij ook hedendaagse kunstenaars. Geen stoffig museum dus, maar een broedplaats en kenniscentrum dat experimenten en onderzoek ondersteunt en met demonstraties, presentaties op festivals en samenwerkingsprojecten met kunstacademies de ontwikkeling van de glaskunst wil bevorderen.
Word een glasexpert!
De avond werd mooi en passend afgesloten met de officieuze overhandiging van het eerste exemplaar van het boek Glas – Word een glasexpert! aan auteurs Ceciel de Bie en Reinoud Leenen. Zij verdiepten zich bijna drie jaar in de wereld van glas en maakten er een inspirerend kijk-, lees- en doe-boek voor kinderen en volwassenen over. Arend-Jan Weijsters prees de dag waarop de samenwerking tussen het museum, uitgeverij Ploegsma en de auteurs zijn beslag kreeg – én het resultaat van de jarenlange inspanningen: een prachtig boek dat de magie van glas in al haar facetten laat zien.
Was de KNSM Sociëteit in haar opzet geslaagd? Jawel: de gasten lieten de wereld van glas die hen in zoveel vormen was voorgespiegeld met tegenzin los. Breekbaar, maar met een schittering in de ogen en, inderdaad, de eerste tekenen van glaswaan, verlieten zij de Kompaszaal. De ergste gevallen werden bij de uitgang, naar het voorschrift van de oude psychiatrische handboeken, behandeld met ‘nieskruid, purgeermiddelen… en raadgevingen voor een aangepaste levenswijze…’